Aandacht voor Sterven

Aandacht voor Sterven

24 mei, nationale dag: Aandacht voor sterven. Een initiatief van Stichting Landelijk Expertisecentrum Sterven. Ik sluit mij er graag bij aan.

Hieronder een link naar de prachtige animatie ´Father en daughter´ waar Michael Dudok de Wit 20 jaar geleden een Oscar voor kreeg. Geheel terecht! Toen ik er dit weekeind na lange tijd weer naar keek, werd ik opnieuw getroffen door de schoonheid en de poëzie ervan.

Ouder worden, de kracht van familiebanden, loslaten, herinneringen…

Leg het uit hoe je wil, geef er betekenis aan hoe je wil… Hoe dan ook het raakt en er zit een prachtige gelaagdheid in. Zoals in het leven. Zoals in het proces van sterven.

 

 

 

Nieuwe Lente…

Nieuwe Lente…

Houdgreep

Meer dan een jaar houdt Corona ons leven al in de houdgreep. De vanzelfsprekendheid waarmee we elkaar ontmoetten, nabij waren, omhelsden, is sinds februari 2020 verleden tijd. Wie heeft ooit kunnen bedenken dat ons leven, door zoiets onzichtbaars en ongrijpbaars als een virus, plots zo radicaal zou veranderen? De afgelopen maanden zijn zwaar geweest en iedereen heeft op zijn eigen manier verlies geleden. Verlies van dagbesteding, contacten, perspectief, en voor sommigen het verlies van hun dierbaren die door het virus zijn overleden. 

Verandering

Maar nu we alweer 4 seizoenen verder zijn, hangt er verandering in de lucht. Het uur is al verzet, de dagen worden langer. Steeds meer mensen hebben de eerste vaccinatieprik al gehad en langzaam groeit de hoop en het vertrouwen dat het echt de goede kant opgaat. Dat we binnenkort opnieuw mogen beginnen aan ons leven zonder restricties.

Een nieuwe lente!

Hoewel het weer nog grillig is, merk ik dat ik het heerlijk vind om buiten te zijn. De natuur is zich aan het vernieuwen dwars door het donker van de winter heen. Alles groeit, elke boom laat het voorjaar uit zijn takken kruipen.  

Het lijkt alsof dit jaar de komst van de lente hand in hand gaat met de ontwikkelingen van de pandemie. Zo toont de natuur zich als prachtig symbool voor ons bestaan. Zoals de seizoenen elkaar opvolgen, zo gaan wij allemaal langs de pieken en dalen van ons eigen leven. Dat het een niet zonder het ander kan, het licht niet bestaat zonder het donker, is voor mij een geruststellende gedachte.

Tel je zegeningen

De winterslaap was dit jaar een nare droom, voor sommigen een nachtmerrie. Nu het lentelicht de bloemen wakker kust, kan ieder die de vensters en deuren opengooit en naar buiten gaat de zon weer voelen. In het licht van het afgelopen jaar is het nu de tijd om je zegeningen te tellen!

nieuwe lente
Ontluikende Magnolia op de Dreven in Culemborg

Niet de tijd gaat voorbij, maar jij en ik….

Niet de tijd gaat voorbij, maar jij en ik….

Herfst. Het seizoen van de wilde luchten, het zachte strijklicht en de prachtige aardse kleuren van de natuur. Het seizoen van de vergankelijkheid. Wie naar buiten trekt, kan ervan genieten. Je hoeft alleen je winddichte regenjas en je stevige schoenen uit de kast te halen. In Nederland trekken op een mooie herfstdag honderden mensen naar het bos. In deze Coronaherfst is dat niet anders. De cyclus van de natuur leert ons dat al wat groeit ook sterft en tot voeding is voor wat in de lente gaat bloeien. Lopend in het bos, het veld, de uiterwaarde, weten we het op waarde te schatten.

Hoe anders is het met het accepteren van de vergankelijkheid van ons eigen bestaan? Hoe moeilijk is het om te accepteren dat leven eindig is? Hoe onbegrijpelijk dat er sinds begin dit jaar een virus rondwaart waar niemand grip op kan krijgen en waar mensen aan overlijden?

Als tijdgenoten in deze moderne, westerse wereld, met al zijn technische, medische en materiële mogelijkheden geloven we graag dat alles maakbaar is. Het is vaak niet eens een bewust geloven, maar meer een kwestie van er onbewust vanuit gaan. De onvoorspelbaarheid van de dood past niet in dat plaatje. Ook wanneer na een lang leven iemands gezondheid stukje bij beetje afneemt en iedereen snapt waar dit toe gaat leiden, ook dan komt de dood vaak nog onverwacht. We worden erdoor overvallen omdat we nooit de tijd namen er ècht bij stil te staan.

Ik daag iedereen uit dit wél te doen. Juist als de situatie erom vraagt en het onderwerp in je gedachten komt maar je het liever weg wil drukken. Ga het angstige avontuur aan en denk na over de vraag: ´Wat als ik doodga? Wat als jij doodgaat?´. Open het gesprek met je naasten. Hoewel het misschien eng is, kan blijken dat het ook prettig is en rust geeft om deze moeilijke onderwerpen te bespreken. Misschien kom je erachter dat er nog onaffe zaken spelen tussen jou en anderen. Dit is je kans om daarmee in het reine te komen.    

In mijn werk als uitvaartbegeleider praat ik vaak met mensen die zich alvast willen voorbereiden op hun eigen uitvaart of die van een naaste. Ook als er nog niet een directe aanleiding voor is. Daarbij merk ik steeds weer dat een gesprek over de dood uitnodigt tot het praten over het leven. Wat daarin is belangrijk voor jou, voor de ander? Wat heeft het leven je tot nu gebracht? Waar ligt het geluk, en waar het verdriet? Wat draag je uit? Hoe wil jij herinnerd worden?

De aanleiding voor deze zogenaamde voorgesprekken is doorgaans een oriëntatie op praktische zaken rondom de uitvaart. De werkelijke waarde ervan zit ‘m juist in het onder woorden brengen van die belangrijke levensthema’s die vaak nog niet op deze manier zijn uitgesproken.

In het licht van de dood, kan het alleen maar gaan over de essentie.

 

Bloemendeken

Bloemendeken

‘Als ik ga, wil ik begraven worden onder bloemen.’

Zo luidde de boodschap die C. jaren geleden kreeg van haar moeder. Een specifieke, mooie wens.

En het geschiedde…

Een dag voor de uitvaart ging C. voor haar moeder aan de slag, met 2 tuinscharen, een grote doos met vers geplukte bloemen uit de tuin, gesorteerd op soort en kleur. Zelfs de bloemen, die nog in de kamer van haar moeder stonden, werden niet vergeten. Want Corona of niet, elke week kon haar moeder rekenen op een verse gevulde vaas. Zelf samengesteld en bij haar moeder gebracht, of afgeleverd bij de receptie van het woon-zorgcentrum toen de strenge regels alle bezoek verboden. Al was het vaak lastig elkaar goed te begrijpen en te bereiken, de liefde voor bloemen hadden ze gemeen.

Terwijl de man van C. de stelen van de bloemen knipte, legde zij één voor één, kleur voor kleur, de bloemen bij haar moeder. Op het dekentje, om haar hoofd, bij haar voeten, tussen haar handen, in haar haren. Zorgvuldig en met zeer gerichte aandacht. Gaandeweg ontstond er blijheid en plezier omdat het zò mooi werd…

Op het einde hebben ze samen de deksel op de kist gelegd.

De dag van de uitvaart in de zaal van het crematorium waren er opnieuw verse bloemen in alle soorten en maten. Door alle genodigden meegebracht en aangevuld door C.. En op de deksel van de kist ontstond met ieders medewerking een tweede prachtige bloemendeken.

Halverwege de afscheidsdienst tijdens een muziekstuk komen bij C. de tranen. Na afloop vertelt ze van haar ontroering. Tijdens het ´Ave Maria´ heeft ze gezien hoe haar moeder opsteeg uit haar lichaam, door de bloemendeken, door de deksel naar boven. Op weg gegaan naar de eeuwige bloemenweide…